In dit artikel over One minute coaching behandelen we een techniek die je als het ware binnen een minuut kunt toepassen en héél effectief kan zijn om iemand anders te helpen om zijn of haar gedachten weer op een rij te krijgen.
De herhaalde vraag
Een zeer korte maar super krachtige interventie om een medewerker een stapje op weg te helpen is de herhaalde vraag. Je kunt deze techniek bijna altijd en overal toepassen en met name als interventie in een coachinggesprek. Het idee is dat je de medewerker bewust maakt dat er weinig tot geen belemmeringen zijn om een voorgenomen actie uit te voeren of een wens te realiseren en hem of haar mee in beweging krijgt.
Er zijn verschillende variaties op de herhaalde vraag , zoals de vragen “Waarom?”, “Wat wil je”, Waarom? of ”Wie ben je?”. De herhaalde vraag die we hier behandelen is om iemand (meer) in beweging te krijgen. De vraag “Wat moet je daarvoor doen”. Het idee is dat je ongeveer dezelfde vraag, eventueel in enkele kleine variaties (om de gecoachte niet te irriteren) stelt om daarmee weerstand weg te nemen om in beweging te komen.
De techniek
De startvraag is om er achter te komen wat het doel is. Als de medewerker al eerder heeft aangegeven wat hij of zij wil bereiken, zou je de vraag over kunnen slaan of een retorische vraag stellen, bijvoorbeeld: “Je wilde toch die klant bellen?” Antwoord: “Ja, maar ehhh …”. Stel anders de vraag: “Wat wil je?” of “Wat wil je doen”? of “Waar zie je tegenop, om … (en dan herhaal je wat de medewerker eerder had aangeven om te moeten doen)”.
Daarna stel je de eerste uit een reeks ongeveer dezelfde vervolgvragen en die luidt:
- Wat moet je daarvoor doen? (Antwoord: …)
- en dáárvoor? (Antwoord: …)
- en wat moet je dáárvoor doen? (Antwoord: …).
Je antwoordt dus uitsluitend met (ongeveer) dezelfde vraag en gaat verder niet (of nauwelijks) in op wat de ander antwoord. Het kan gebeuren dat de gecoachte uiteindelijk uitkomt op het antwoord “niets!”. Op dat moment realiseert de medewerk(st)er waarschijnlijk dat er eigenlijk geen belemmering zit tussen de intentie en het doen van de verlangde actie om het doel te bereiken. Daarmee is de sessie ten einde.
Je kunt de vraag ook een niveautje dieper stellen. Met ‘een niveautje dieper’ bedoelen we dat je de persoon uit de vraag haalt, waardoor je de antwoordmogelijkheden enorm verbreedt. Je vraagt dan niet “Wat moet je daarvoor doen? maar “Wat moet daarvoor gebeuren?” (Antwoord: …) “…en wat moet dáárvoor gebeuren?”, etc. Ook hier kan de gecoachte uiteindelijk uitkomen op “niets!”. ‘Niets’ omdat tussen de intentie om in actie te komen en het nemen van die actie vaak alleen maar een belemmerende gedachte of belemmerende overtuiging ziet. Door de herhaalde vraag haal je die mentale belemmering weg, op een gegeven moment kan alle weerstand weg zijn en is de medewerker vaak geënthousiasmeerd om meteen aan de gang te gaan..
Het mooie van deze vraagtechniek, dat je eigenlijk op bijna elk moment weer kan stoppen. Bijvoorbeeld als de medewerker op jouw zoveelste vraag “Wat moet je daarvoor doen?” bijvoorbeeld zegt: ”Dan moet ik de klant bellen.” Jij: “Wat moet je dáárvoor doen?”. Hij: “De telefoon oppakken.” Jij: “Wat moet je dáárvoor doen?”. Hij: “Naar mijn buro lopen.” Dan kun je (elk moment) afsluiten met de vraag: “Okay, wanneer ga je dat doen?” Hij: “Nu”. Daarna schud je bijvoorbeeld zijn hand om hem te feliciteren en het resultaat te bevestigen.